7 Redenen waarom inductie koken veiliger is

Dat inductie koken veiliger is dan gas, is vaak wel bekend. Bepaalde verschillen liggen nogal voor de hand, zoals de afwezigheid van een vlam en geen kans op lekkend gas. Reële gevaren die in het verleden meer dan eens tot ongelukken hebben geleid.
Maar er zijn ook een aantal verschillen tussen gas en inductie waar je misschien niet direct aan zou denken. Zaken die zeker gevolgen hebben voor de veiligheid. We zetten alle verschillen in veiligheid tussen de gaskookplaat en de inductiekookplaat op een rij.

1. Geen open vuur bij inductie

Bij een gaskookplaat is er sprake van een open vlam bij iedere kookzone die aanstaat. Bij inductie niet. Wellicht de meest bekende reden waarom inductie veiliger is en zeker niet voor niets. Bij een open vlam kan er iets in de brand vliegen. Bijvoorbeeld een stuk textiel, zoals een pannenlap, handdoek of kledingstuk. Bij een inductiekookplaat zal je dat niet overkomen. Een heel stuk veiliger dus.

De meeste gaskookplaten hebben tegenwoordig een ontsteking, maar bij oudere modellen moet je nog met een speciale gasaansteker of lucifers aan de slag om je gaspit aan te zetten.

2. Je pannen staan stabieler

Bij een inductiekookplaat staan je pannen op een vlakke plaat. Hierdoor staan ze erg stabiel en zullen ze nooit omvallen. Hoe klein of vreemd gevormd e onderkant van de pan ook is. bij een gaskookplaat is dat toch anders. De pan staat hier op pannendragers en vaak is niet iedere zone even geschikt voor ieder formaat pan. En vooral wanneer je een onhandige beweging maakt of iets dergelijks.

3. Geen kans op lekkend gas

Met een gaskookplaat en dus een gasaansluiting is er altijd ene kans op lekkend gas. Gelukkig is die kans tegenwoordig een stuk kleiner, omdat nieuwe gaskookplaten verplicht beveiligd horen te zijn. Deze beveiliging houdt in, dat de gastoevoer automatisch gestopt moet worden, wanneer er geen vlam is. De kookzone gaat dus automatisch uit, wanneer het vuur wordt gedoofd. Maar met oudere kookplaten bestaat dit risico nog wel en is inductie dus veiliger. Bovendien is er bij inductie helemaal geen gas nodig, dus hoe dan ook geen enkele kans op gekke toestanden met gas.

4. Minder heet

Door de techniek die bij inductie wordt gebruikt, is er sprake van minder intense hitte. Niet zozeer voor het kookproces in de pan zelf, maar vooral in het gebied rondom de pan. Bij een gaskookplaat wordt de hitte gemaakt door de gasvlam. Daarmee wordt de onderkant van de pan verhit. Om dus een goede temperatuur onderin je pan te krijgen, moet je een nog hogere temperatuur onder de pan creëren. Bij inductie is dat niet zo. Er wordt een inductief veld opgewekt dat alleen in de bodem van de pan omgezet wordt in warmte. De primaire hitte ontstaat dus dichter bij je eten zelf.

Doordat de bodem van de pan heet wordt, en de pan op de kookplaat staat, wordt het oppervlakte wel verwarmd. Maar dit is secundaire warmte, terwijl bij een gaskookplaat dat eigenlijk andersom is. Bij een gaskookplaat is dus sprake van meer hitte waar je je aan kunt verwonden. Dit verschil wordt ook duidelijk, wanneer je stopt met koken. Een gaspit heeft een veel hogere temperatuur dan de inductie-plaat. En de mate waarin je jezelf kunt verwonden is dus erger, en het duurt langer voordat een veilige temperatuur is bereikt.

5. Alleen de pan wordt heet

Bij gas wordt er een vlam gemaakt die afhangt van de grootte van de pit en hoe hoog je het vuur zet. Bij inductie ontstaat alleen de warmte in de pan. Ook al zet je een kleine pan op een grote zone, alleen waar in de pan ontstaat de hitte en de rest van de kookzone wordt niet direct verhit. Dit terwijl bij een gaskookplaat er veel warmte rondom de hele pan zal ontstaan, met bijhorende vlam en risico.

6. Geen pan is geen hitte

Toegegeven: dit punt lijkt sterk op het voorgaande, maar we willen het toch even los noemen. Voorgaande betekent namelijk ook, dat er helemaal niets heet wordt, wanneer er geen pan op de kookzone staat. Heb je bijvoorbeeld kinderen in huis, dan zal er dus niets gebeuren, wanneer ze op de knopjes van de kookplaat drukken, wanneer er geen pan is geplaatst.

7. Extra functies van een inductie kookplaat

Als laatste punt noemen we een aantal extra functie die je op de meeste inductie kookplaten aantreft. Zaken die de veiligheid ten goede komen:

  • Kinderslot: Met een kinderslot voorkom je dat een kind of huisdier de kookplaat zomaar aan kan zetten.
  • Timer: Door een timer in te stellen, voorkom je dat je iets veel langer op het vuur laat staan, wanneer je er bij weg loopt. Door de timer schakelt de kookplaat de betreffende kookzone automatisch uit.
  • Heet indicatie: Met de heet indicatie toont de kookplaat dat een zone nog heet is, nadat je deze hebt uitgeschakeld.
  • Pan detectie: Met inductie is het mogelijk te detecteren of er wel daadwerkelijk een pan op een zone staat, omdat er anders geen energie wordt afgenomen. De kookzone wordt dus uitgeschakeld bij afwezigheid van de pan.